Onder genot van een kop thee in het zonnetje, op het terras van café De Roemer in Haarlem, wacht ik op mijn interviewkandidaat. Het blaadje voor me bevat netjes al mijn vragen. Af en toe waait het enigszins weg, maar om het zelf nog even door te nemen, pak ik het goed vast. Dan zie ik links van mij een paar zoekende ogen, een onmiskenbare blik en een unieke, androgyne verschijning. Dat moet hem wel zijn.
Ik ben een beetje twijfelachtig als ik zijn naam roep. Niet omdat ik vermoed dat dit niet de juiste Sem Anne van Dijk is, maar omdat ik op dat moment eigenlijk nog maar één ding van hem weet: Sem is slechthorend. Toch reageert hij op mijn stem en loopt hij zelfverzekerd mijn kant op.
Hier komt hij vandaan
Hoe het gesprek begon is me nog een beetje raadselachtig, maar al snel wist ik dat Sem een hekel heeft aan beestjes, schapen en natuur. Liefhebber is Sem van stad, stenen, theater en nagellak. Maar hoe is hij geworden zoals hij nu is?
“Het verhaal begint in Haarlem, mijn geboortestad. Mijn kunstzinnige – horende – ouders kregen mij en noemden me Sem. Ik kom echt uit een kunstenaarsfamilie: zo heeft mijn oma een Oscar als één van de weinige Nederlanders.” Dat hij iets met theater zou hebben, was dan ook bijna vanzelfsprekend. “Toen mijn broertje goed bleek te kunnen voetballen, was dat wel een beetje een shock voor de familie. Mijn ouders kunnen mij wel helpen met theater, maar met voetbal weten ze echt geen raad.”
Als kind werd altijd gedacht dat Sem eigenwijs en ondeugend was, dat hij daarom nooit luisterde. “Zo rond mijn zevende bleek ik ‘gewoon’ slechthorend te zijn.” Dat betekent voor hem dat één oor dood is (“niet doof, dood. Het kan helemaal niets”) en het andere zeer slechthorend. Maar met gehoorapparaat kunnen we zonder moeite communiceren.
“Mijn beste tijd was denk ik van groep vijf tot groep zeven. Ik zat op speciaal onderwijs, waar ik eindelijk helemaal mezelf kon zijn. Over het algemeen was ik een gelukkig kind.”
Met vmbo-advies kiest Sem voor een middelbare school, weer speciaal onderwijs, waar rekening gehouden kon worden met zijn handicap. “De opties waren Amsterdam – maar dat zat in mijn ogen vol met duiven en zwervers – of Leiden. Ik ging dus voor het laatste.” Daar hadden ze echter geen vmbo-tl. Sem leerde daar praktische vaardigheden zoals tuinieren en, eh, tandenpoetsen. “Ik kon verdomme al tandenpoetsen! Na me ontzettend te vervelen ben ik toch maar naar Amsterdam gegaan. Daar ging ik Havo doen.”
Hier is ‘ie nu
En op die school kwam Sem helemaal tot bloei. “Ik heb zo veel waardevolle vrienden gemaakt, die me echt hebben gevormd zoals ik ben. Samen met mijn slechthorendheid en autisme (o ja, die heb ik ook nog) maken zij een aanzienlijk deel uit van mijn identiteit.” Soms kan dat lastig zijn: “Het gebeurt wel eens dat ik alleen maar gevraagd word na een auditie omdat ik ‘iets heb’. Dat heeft zo zijn voordelen, maar soms baal ik daar wel van.” Wat is eigenlijk moeilijker, autisme of slechthorendheid? “Absoluut het laatste. Met autisme kun je leren omgaan, doofheid is bovenal ontzettend onpraktisch.”
Hoewel hij zichzelf wel omschrijft met woorden als ‘een tikkie arrogant’ of ‘in staat regisseurs flink te irriteren’, is Sem pittig onzeker als het aankomt op daten en relaties. “Ik weet ook wel dat ik geen Ryan Gosling ben. Bovendien denken mensen heel snel dat ik homo ben. Ik draag dan misschien nagellak, zie er nogal androgyn uit en heb een he-kel aan bewegen – ik val wel op meisjes.” Zijn langste relatie duurde drie dagen en in de kroeg is Sem vanwege prikkels en herrie niet zo snel te vinden. “Het is dus een beetje via via op date gaan, maar ik krijg vaak te horen niet mannelijk genoeg te zijn. Vroeger wilde ik me dan nog wel eens veranderen, maar mijn vrienden zeggen dat ik juist mezelf moet blijven.”
Hier gaat hij naartoe
Met veel mensen om zich heen, een baan als scriptschrijver en een Havo-diploma op zak kan de zomer van zijn leven niet meer stuk voor Sem. “Wat een feest is het leven, hè?”
Uiteindelijk wil Sem niets liever dan gewoon huisje, boompje, beestje. “Ik ga nu aan de HKU een opleiding tot dramaschrijver doen. Met een beetje geluk kan ik straks dus gewoon aan huis werken, met kinderen om me heen en een feministische vrouw die dan aan het werk is.” Is het niet een beetje gek om al aan kinderen te denken op je bijna-achttiende? “Misschien wel. Maar het lijkt me echt het allermooiste aan volwassen worden: kinderen krijgen. De bijkomstigheden als financiën regelen en misschien weg uit Haarlem… Die stel ik dan nog maar even uit.”
Bij het schieten van de portretfoto’s staat er opeens een vrouw achter Sem. Hij draait zich om – “Oma!” – en de kleine dame stelt zich voor aan ons. “Kom je mee een broodje eten?” vraagt ze aan Sem. “Ik ben over vijf minuten zo ver. Daarna kunnen we ook nog even langs opa’s graf, oké?” Daarna keert ze zich naar ons, nieuwsgierig waarom we haar kleinzoon spraken. “Wisten jullie dat hij acteert? En dat hij zijn HAVO-diploma net heeft gehaald?” Zeker. En trots mag u zijn, oma.
Auteur: Nienke Groskamp
Foto: Marjory Haringa